Raja betekent koning. Een koning handelt zelfstandig, met zelfvertrouwen en zelfbewust. Zo is ook een Raja-Yogi autonoom, onafhankelijk en zonder vrees.  Raja Yoga is de weg van zelfdiscipline en oefening.

Raja Yoga wordt ook wel Ashtanga Yoga (acht stappen yoga) genoemd, omdat deze in acht stappen wordt onderverdeeld.

I.         Yama – Zelfbeheersing
II.        Niyama – Zelfdiscipline
III.      Asana -  Lichaamsoefeningen
IV.             Pranayama – Ademhalingsoefeningen
V.                Pratyahara – Het terugtrekken van de zintuigen van externe objecten
VI.             Dharana -  Concentratie
VII.          Dhyana – Meditatie
VIII.       Samadhi – Complete Verwezenlijking

De acht stappen van de Raja Yoga geven systematische instructies om innerlijke vrede, helderheid, zelfbeheersing en Zelfverwezenlijking te bereiken. 


 Yama – Zelfbeheersing

Bestaat uit 5 principes:

·        Ahimsa – Geen geweld gebruiken
      Ahimsa betekent, noch in gedachten, noch met woorden of daden een levend wezen pijn aandoen of hem beschadigen. Geen geweld betekent ook niet doden. Wanneer we vlees eten, wordt daarvoor een dier gedood. Daarom voedt een yogi zich uit principe vegetarisch. Door hun instinct voelen de dieren gebeurtenissen vooraf vaak goed aan. Ze voelen, wanneer ze geslacht moeten worden, ze voelen de doodsangst. Angst- en stresshormonen komen vrij. Die blijven in het vlees van de geslachte dieren zitten en worden door de onwetende mens opgegeten. Vele ogenschijnlijke ongegronde angsten, neuroses en psychoses hebben hun oorsprong in het voedsel wat we eten.
·        Satya – Oprechtheid
      De waarheid vertellen is goed en correct, maar belangrijker is hoe we die waarheid vertellen. We kunnen iemand de keiharde waarheid vertellen, die er als een bijl inhakt, maar we kunnen diezelfde waarheid ook met liefdevolle woorden inkleden. Om dan ook niet tegen het voornoemde principe van Ahimsa in te gaan, zullen we de woorden van Sri Mahaprabhuji ter harte moeten nemen. Hij zei: “Je woorden moeten als bloemen van je lippen komen.” Oprecht zijn betekent ook je gevoelens niet verbergen en geen uitvluchten of excuses gebruiken. Misschien kunnen we voor een tijdje ons ware gezicht voor anderen verborgen houden, maar minstens een iemand kent onze innerlijke waarheid: wij zelf. Ons eigen bewustzijn is daarvan de getuige.
·        Asteya – niet stelen
      Asteya betekent dat we niets wegnemen wat een ander toebehoort. Dit geldt niet alleen voor materiële objecten, maar ook het stelen van geestelijke eigendommen of bijvoorbeeld iemand zijn kans, hoop of vreugde ontnemen. Ook het uitbuiten van de natuur en het verstoren van de omgeving valt onder dit principe.
·        Brahmacharya – Zuivere manier van leven
      Brahmacharya wordt vaak vertaald als seksuele onthouding. Maar het bevat eigenlijk veel meer. Brahmacharya betekend dat onze gedachten altijd op God gericht moeten zijn. Dat betekent niet dat we onze plichten in deze wereld moeten negeren. Integendeel zelfs, we moeten die met grote zorgvuldigheid vervullen, maar altijd met het bewustzijn: “ Ik ben het niet die handelt, het is God die handelt.”
·        Aparigraha – Niet verzamelen van bezittingen
      We moeten geen goederen verzamelen, maar alleen gebruiken en nemen wat we nodig hebben. Degene die veel bezittingen heeft, heeft ook vele zorgen. We zijn geboren zonder bezittingen en als we deze wereld weer verlaten, laten we alles achter. Het niet verzamelen betekent ook anderen hun vrijheid gunnen – je niet aan anderen vastklampen. In het loslaten, laten we ook onszelf vrij. Dus vrijheid geven, betekent ook zelf vrij zijn.
 

Niyama – Discipline

Bestaat uit vijf principes:

·        Shauca – Zuiverheid
      Daar mee wordt niet alleen externe zuiverheid, maar vooral innerlijke zuiverheid bedoelt.Onze kleding, ons lichaam, maar ook onze gedachtes en onze gevoelens moeten zuiver zijn. Hetzelfde geldt voor de mensen waarmee we omgaan. Voor onze spirituele ontwikkeling is het van groot belang om goed gezelschap om ons heen te hebben. Mensen die een goede invloed op ons hebben, die spiritueel zijn en ons ondersteunen met hun wijsheid.
·        Santosha – Tevredenheid
      Tevredenheid is het grootste bezit dat we maar kunnen hebben. De Indiase dichter Tulsidas zei:” Je kunt wel goudmijnen en waardevolle edelstenen bezitten, maar innerlijke ontevredenheid vernietigt alle rijkdom.” We kunnen pas tevreden zijn wanneer we beseffen dat alle wereldse bezittingen teleurstelling brengen en dat innerlijke rijkdom meer vreugde verschaft dan materieel bezit.
·        Tapas – Zelfbeheersing, zelfdiscipline
      Ook wanneer we in ons leven tegenslagen en obstakels tegenkomen, moeten we niet opgeven en met vastberadenheid de gekozen weg verder gaan. Met zelfdiscipline, geduld en uithoudingsvermogen doorgaan is de sleutel tot succes.
·        Svādhyāya – Bestuderen van de heilige geschriften
      Als Yogabeoefenaar moeten we ons ook met de overgeleverde geschriften van de Yogafilosofie bezighouden, zoals de Bhagavad Gita, de Upanishaden, de Yoga Sutras van Patanjali enz. Deze geschriften verschaffen ons waardevolle kennis en geven hulp op ons Yogapad.
·        Ishvara Pranidhāna – Overgave aan God
      Geef alles wat je doet aan het Goddelijke Zelf met zuivere toewijding. God beschermt allen die hem vertrouwen en in hem geloven.
 
 

Asanas - Lichaamsoefeningen en Pranayama - Ademoefeningen

Wanneer de Raja Yogi zijn lichaam en zijn ademhaling beheerst, krijgt hij ook controle over zijn geest en wekt hij daardoor die innerlijke krachten op, die hem op zijn spirituele weg verder leiden.

 

Pratyahara - Het Terugtrekken van de Zintuigen

Yogi’s zijn in staat om hun geest en zintuigen naar eigen believen naar binnen te keren of naar buiten te richten, zoals een schildpad zijn kop en zijn ledematen onder zijn schild intrekt of weer tevoorschijn kan halen. Als we Pratyahara beheersen, betekent dat, dat we onafhankelijk zijn van externe omstandigheden. We kunnen dan ogenblikkelijk onze zintuigen van uitwendige objecten terugtrekken en ook, wanneer gewenst, de zintuigen bewust met volle aandacht gebruiken.

In de eerste fase van meditatie beoefenen we Pratyahara, door het lichaam stil, de ogen gesloten, de geest kalm te houden en de aandacht naar binnen te richten. Er zijn speciale technieken waarmee we Pratyahara kunnen beoefenen. Een meditatie oefening begint ermee de aandacht te richten op de externe geluiden, het soort geluid, de afstand etc. – simpelweg het geluid observeren. Langzamerhand wordt het bewustzijn naar binnen gericht, naar de “innerlijke ruimte”, naar de geluiden in het lichaam (hartslag, bloedcirculatie, etc.) Slechts wanneer we de stap van Pratyahara kunnen beheersen, kunnen we ons gaan richten op de eigenlijke concentratie.

  

Dharana - Concentratie

Dharana betekent je gedachten en gevoelens concentreren op een enkel object. Normaal gesproken lukt dat ons maar voor een hele korte tijd. Er komen andere gedachten die ons afleiden. Pas na een paar minuten ontdekken we vaak hoe ongeconcentreerd we zijn. Zolang we nog niet in staat zijn om ons in elke situatie en voor een onbepaalde tijdsduur op een gedachte of object te concentreren kunnen we Dharana nog niet beheersen. Kaars meditatie (Trataka), speciale Asanas en Pranayamas en ook Mantraherhaling, helpen het concentratievermogen te verbeteren.

 

 Dhyana - Meditatie

Alle meditatietechnieken zijn slechts voorbereidende oefeningen voor de echte meditatie. We  kunnen niet leren mediteren, net zoals we niet kunnen “leren” slapen. Slaap komt vanzelf, wanneer ons lichaam zich ontspant en tot rust komt. Meditatie vindt plaats wanneer de geest kalm is. In de meditatie is er geen verbeelding, omdat verbeelding uit het intellect voortkomt. We kunnen de menselijke hersenen vergelijken met een krachtige computer, die een enorme opslag capaciteit heeft. Alle informatie uit het universum kan er in opgeslagen zitten, maar deze “computer” is ook begrensd. Onze hersenen kunnen alleen reproduceren wat er in gestopt is. Maar in meditatie ervaren we zuiver zijn. Op het moment dat het intellect stil is en het individuele ego ophoudt te bestaan, schijnt Goddelijk licht in het hart en zijn we éen met hem.

 

Samadhi – Volkomen verwezenlijking

In Samadhi verenigen zich de kenner, kennis en het object van kennis. De kenner (bijv. de persoon die oefent), kennis (bijv. Wat is God) en het object van kennis (bijv. God) worden één. Dit betekent dat je je verenigt met het Goddelijke bewustzijn. Degenen die Samadhi bereiken zien een bovennatuurlijk, stralend licht, horen een hemels geluid en voelen in zichzelf een oneindige wijdte.

Wanneer Samadhi wordt bereikt, zijn we als een rivier die uiteindelijk in de zee stroomt na een lange en moeilijke reis. Alle hindernissen zijn overwonnen en de rivier is nu voor altijd verenigd met de oceaan. Op dezelfde manier bereikt een Yogi het einde van het pad en wordt hij één met het hoogste bewustzijn. Het bewustzijn van de Yogi vindt eeuwige kalmte, vrede en gelukzaligheid – de Yogi is bevrijd. Deze ervaring kan niet in woorden worden uitgedrukt, omdat

            Slechts degene die melk heeft geproefd, weet hoe melk smaakt
            Slechts degene die pijn ervaren heeft, weet wat pijn is
            Slechts degene die lief heeft gehad, weet wat liefde is
            Slechts degene die Samadhi heeft ervaren, weet wat Samadhi is.
 
In deze toestand is alle dualiteit opgelost. Er is geen dag of nacht, noch duisternis of licht, geen eigenschappen of kleuren. Alles is één met de Hoogste Zelf. Deze vereniging van de individuele ziel met de kosmische ziel is het doel van Yoga